Daar ben ik weer...
Daar ben ik weer.
Daar ben ik weer.
Meer en meer laat hij zich zien. Voor de zomer stond hij in de deuropening van de yurt. Ik zag hoe hij de zijkant van de opening vastpakte en voorzichtig een been binnen zette.
Afgelopen zomer reed ik in mijn eentje naar Frankrijk, naar een stadje in het Loire-gebied, zo’n 900 km hier vandaan.
Het eerste kerstkaartje staat op tafel. Hij krijgt nog een plekje op de kastdeur. Was ik zelf nog aan het overwegen of ik dit jaar wel of geen kerstkaarten ga sturen, ik heb trouwens nog nooit een jaar overgeslagen, was dit vraagstuk gelijk van de baan.
Soms krijg je een cadeau waar je niet op zit te wachten, maar wel hebt uit te pakken.
‘Bienvenue en France’ staat er op het bord en ik rijd Frankrijk binnen. Ik ga voor het eerst een weekje alleen op vakantie.
Ik was ziek, en ik voelde me ook echt ziek. Mijn keel deed zo’n pijn dat als ik slikte, ik mijn oren wilde vasthouden van de pijn. M’n lichaam voelde slap, alsof het zichzelf niet kon dragen, en ik had spierpijn. Geen spierpijn van een iets te fanatieke bootcamp, die spierpijn ken ik over het algemeen wel en die is zo goed als vrijwillig. Nee, andere spierpijn. En hoofdpijn kwam in golven.
“Voila, voila voila qui je suis” (Hier ben ik, voila, dit is wat ik ben).
Als je mij al wat langer volgt, dan heb je misschien mijn post op sociale media gezien over jezelf (ont)moeten. Ik vroeg aan mijn lezers of je soms ook zoveel ‘moet’ van jezelf.
Het is december, een feestmaand. De maand van het feest van Sinterklaas, pakjesavond, kerstmis, oud en nieuw, allemaal feestdagen.
“Frederike, wat deed je bovenin die toren?!”
Als klein meisje, en dan heb ik het echt over 4 a 5 jaar, ging ik elke week met mijn moeder naar de bibliotheek. Mijn broertje en ik mochten dan 4 boekjes uitkiezen en die gingen mee naar huis.